De lipidelaag of lipidenbarrière verwijst naar een beschermende laag van vetmoleculen die de buitenste laag van cellen en weefsels vormt. Het bestaat uit lipiden, zoals fosfolipiden, cholesterol en vetzuren, die samen een hydrofobe (waterafstotende) omgeving creëren.
De lipidelaag heeft verschillende belangrijke functies in het lichaam, waaronder:
Celmembraanstructuur: De lipidelaag vormt de basisstructuur van celmembranen. Het geeft de celmembraan flexibiliteit en stabiliteit, en reguleert de passage van moleculen en ionen in en uit de cel.
Bescherming en barrière: De lipidelaag vormt een beschermende barrière rond cellen en weefsels, die hen beschermt tegen schadelijke stoffen, micro-organismen en uitdroging. Het helpt ook bij het handhaven van de homeostase (interne evenwicht) van cellen door de regulatie van water- en ionenbalans.
Opname van voedingsstoffen: De lipidelaag speelt een rol bij de opname en verwerking van vetoplosbare voedingsstoffen, zoals vitamines (vitamine A, D, E, K) en vetzuren.
Thermische isolatie: Vetmoleculen in de lipidelaag fungeren als een isolatielaag die helpt bij het behouden van lichaamswarmte en het beschermen van organen tegen kou.
Bij specifieke verwijzing naar de lipidelaag in de context van absorptie van stoffen, zoals in het geval van voedingssupplementen of medicijnen, kan het verwijzen naar de eigenschap van lipofiele (vetminnende) stoffen om gemakkelijker door de lipidelaag te worden opgenomen dan hydrofiele (waterminnende) stoffen. Dit betekent dat stoffen die goed oplosbaar zijn in vetten beter kunnen passeren en worden opgenomen door de cellen via de lipidelaag.